Bedrijfsjournalistiek
War what is it good for

HOME

Kitty Borghuis
War what is it good for
Luuk Oldenhengel
Reacties op de InDruk

Een portretterend interview met mevrouw de Man, 81 jaar

 

Een typische 65+woning op een zaterdagmiddag in september. Terwijl buiten de eerste bladeren vallen is het binnen behaaglijk warm. Tegenover mij zit mevrouw De Man een oudere dame van 81 jaar. Ze was een jonge vrouw in de oorlog en vertelt nu over haar herinneringen uit die tijd. Na een kopje thee gehad te hebben gaan we aan de slag.

 

Mevrouw De Man komt een redelijk goede familie, ze waren thuis niet rijk, maar zeker ook niet arm. Ze heeft twee jongere broers , die allebei nog steeds leven. Een typisch Rotterdams meisje uit die tijd dus. Hoe was de oorlog voor haar en voor zoveel anderen uit deze periode? Hoe is het allemaal begonnen en nog misschien wel belangrijker: Hoe liep het af?

 

Haar jeugd

Als klein meisje heeft ze les gehad op een meisjesschool in het westen . Een strenge chique school, waar je nog keurig met je armen over elkaar in de banken moest zitten Omdat ze goed kan leren , gaat ze na de basisschool naar de HBS, vergelijkbaar met het huidige Atheneum. Het was eigenlijk een jongensschool die sinds enkele jaren ook meisjes toeliet. Ik zat in een klas met 12 meisjes en voor de rest jongens.

Nadat ze het hoger onderwijs heeft afgemaakt, gaat ze werken. Ze komt terecht op het kantoor bij Jamin, waar ze licht administratief werk doet. Het was erg gezellig, vooral als er soms wel eens snoep werd gehaald bij de fabriek. Dit mocht eigenlijk niet en was dus erg spannend.  Dit is allemaal nog voor de oorlog.

 

Het begin

We zitten nu omstreeks het jaar 1938. Van een aankomende oorlog was in deze tijd nog weinig te merken. Televisie bestond nog niet en ook de kranten en de radio berichten er nog niet erg over. Bovendien was ik nog jong en kon het mij nog niet zoveel schelen.

Het eerste wat een duidelijk teken van de op handen zijnde oorlog geeft is de mobilisatie van 1939. De familie is op vakantie in Oisterwijk, als het neefje van mevrouw De Man  plotseling wordt opgeroepen om te dienen in het leger. Dit betekent dat de reis wordt afgebroken. De weg naar huis wordt bemoeilijkt doordat overal in het land dijken zijn doorgestoken, aangezien de Nederlandse Waterlinie is opgetrokken. Hierdoor kwamen we pas om half vier s nachts thuis aan. De hele waterlinie was onzin natuurlijk. De Duitsers hadden vliegtuigen met bommenwerpers en een beetje water kon ze echt niet tegen houden.

Haar broers worden gelukkig niet opgeroepen voor de oorlog. Zij zitten nog op school en zijn te jong. Niemand gelooft in deze tijd eigenlijk dat Nederland betrokken zal raken bij de oorlog, aangezien men er van uit gaat dat de neutrale positie uit de eerste wereldoorlog ook deze keer behouden kan worden. De hele mobilisatie wordt gezien als een lachertje.

 

Oorlog

Tien mei 1940 wordt dan toch alles anders. De Duitsers vallen Nederland binnen met veel geweld. Het hele gevecht duurt niet meer als vier dagen, maar toch wordt er veel schade aangericht.  s Morgens vroeg  hoorde ik de eerste vliegtuigen over komen vliegen. Ik keek naar buiten en zag ze vliegen richting de binnenstad. Toen wist ik dat de oorlog was begonnen.

Eén dag nadat de gevechten zijn gestopt en Nederland zich heeft overgeven, gaat mevrouw de Man weer naar haar werk. De Jamin-fabriek is echter platgebombardeerd en ze is eigenlijk meteen ontslagen. Het was natuurlijk belachelijk om naar de fabriek te gaan en niet te vergeten levensgevaarlijk. De halve stad stond in brand en ik moest een grote omweg maken. Het kantoor van Jamin is nog wel in takt. Boven op de vijfde verdieping kijkt ze uit over een op dat moment nog nasmeulende stad. Je zag de zwarte rookwolken opkomen uit de stad en de grote gaten die geslagen waren. Het was allemaal heel onwerkelijk.

 

Nieuw werk

Mevrouw De Man blijft niet lang werkeloos. Ze plaats een advertentie in de krant.Dat moest van mijn vader, die vond dat ik een nieuwe baan moest zoeken. Ik heb toen geadverteerd: Jonge dame zoekt nieuwe werkplek na ontslag wegens brand. Even later wordt ze aangenomen bij een glashandelaar in Rotterdam, Boone genaamd. Zij kopen glas op en laten er weer nieuw van produceren. Het overgrote deel van de import komt uit Gelschenkirchen, dus ondanks de oorlog kan het bedrijf gewoon door blijven draaien. Ze begint te werken op kantoor maar naarmate dat de oorlog vordert, werkt ze op allerlei plekken in het bedrijf. Door de rantsoenering op brandstof wordt het grote pand al snel niet meer warm te stoken en wordt er op kleine kamertjes gewerkt. We zaten vaak met zn allen in het kantoortje van de directeur waar in de hoek een klein kacheltje branden. Naarmate dat de oorlog vorderde

 

Tegenwerken waar het maar kan

Openlijk verzet plegen kon natuurlijk niet. Dat wilde echter niet zeggen dat men de bezetting zomaar over zich heen liet komen. Als je een Duitser een loer kon draaien deed je dat. Als hij bijvoorbeeld vroeg waar de haven was, stuurde je hem de verkeerde kant uit. Je moest wel oppassen natuurlijk, want ik heb ook wel eens gehad dat er eentje zei: Als je niet oppast gooi ik je dadelijk in de cel.

Hoewel er sterke censuur word opgelegd door de Duitsers, worden er stiekem illegale krantjes gedrukt. Deze geven een beeld van wat er werkelijk gebeurd. Het is natuurlijk zwaar verboden om deze krantjes in je bezit te hebben.Mevrouw de Man kreeg de krantjes veelal van haar vader die ze weer van iemand op het werk kreeg. Niemand mocht hier  iets van weten, want als de Duitsers je oppakten met zon krantje in je bezit, moest je de cel in en vertellen van wie je het had gekregen.

 

Razzias

In 1943 zijn er grote razzias waarbij alle mannen worden opgepakt. Velen proberen onder te duiken maar dit lukt meestal niet. Het risico dat onderduikers lopen is groot en de meeste mannen worden op transport gezet om het werk van de Duitsers over te nemen. Ook broer  Wim wordt opgepakt. Hij wordt te werk gesteld in Arnhem, waar hij om een of andere onduidelijke reden kuilen moet graven. Na drie dagen kwam hij weer terug. Ze hadden hem met een kruiwagen aan het werk gezet. Op een onbewaakt ogenblik was hij er vandoor gegaan met de kruiwagen nog in zijn handen. Die heeft hij later nog ergens gedumpt en is toen komen teruglopen. Ook joodse vrienden zijn tijdens razzias weggevoerd. Je kon niet met een Jood gezien worden, want dan dachten de Duitsers dat je fout was. Een Joodse vriend van mijn vader  heeft nog gevraagd of wij zijn zilveren bestek in de achtertuin wilden begraven, maar dat durfde mijn vader niet. Na de oorlog heb ik nooit meer wat van ze gehoord

 

Honger

Naarmate dat de oorlog vorderde werd voedsel steeds schaarser. De Duitsers slepen alles weg wat ook maar enige waarde heeft. Zo raken zaken als thee, koffie en brandstof al snel op. Voedsel ging op de bon en op de zwarte markt kon men eten krijgen tegen woekerprijzen. Al mijn spaargeld ging op aan voedsel, want je moet toch eten. Brood werd verkocht voor 100 gulden, dat was meer als mijn hele maandsalaris.Bovendien was het zwart kopen van voedsel heel gevaarlijk, want als je gesnapt werd door de Duitsers was je je kostbare voedsel kwijt. Ik ging vaak naar de andere kant van Overschie om melk te halen bij de boeren. Dan moest je met het pontje overvaren. Als de Duitsers stonden te controleren moest je helemaal omfietsen.

Koffie en thee waren er niet meer, alleen nog in surrogaat. Er werden rare dingen gegeten. Een keer heb ik bloembollen gegeten. Die waren toch wel zo verschrikkelijk vies, dat ik dat daarna nooit meer heb gedaan. Gelukkig kreeg ze ook vaak op haar werk te eten. Glas werd geruild voor aardappelen bij de tuinders op het land. Daar werd dan stampot  van gemaakt, wat tussen de middag werd opgegeten. Toch moest je s avonds vaak met een knorrende maag naar bed. Je ging dat maar slapen in de hoop dat je onder de dekens nog een beetje warm werd. Aan het einde van de oorlog woog ik nog maar 53 kilo en mijn vader zelfs nog maar 45 kilo

 

Het verzet

Het bedrijf waar mevrouw De Man werkte, importeerde uit Duitsland en je zou denken dat zij banden met de Duitsers hadden. Niets was echter minder waar. De glasfabriek werd gebruikt als schietbaan voor het verzet. Iedere vrijdag kwamen er een paar jonge jongens leren schieten op het achterterrein van het bedrijf Ik moest die jongens dan binnenlaten. Een keertje ging het bijna mis toen een kogel rakelings langs het hoofd van een van de jongens vloog. Hij kwam lijkbleek binnen. Over het verzet werd zo min mogelijk gepraat, want je moest goed op je woorden passen. Der feind hört mit is een veel gehoorde kreet.

Ook al was ze zelf geen verzetsheldin, heeft ze toch ook meegeholpen. Een jonge vrouw viel nu eenmaal niet zoveel op als een man en kon zich daarom makkelijker bewegen. Op het arbeidsbureau zat een man die papieren vervalsten, zodat mannen niet op transport naar Duitsland hoefden. Het was een man met rood haar dus hij was heel makkelijk te herkennen. Ik ging naar hem toe en haalde bepaalde papieren op, die ik later weer ergens afgaf.

Ook sliep er soms een man bij haar tante, die in het verzet zat, Jan West genaamd. Als je niet op transport hoefde, had je een bepaald zegeltje in je identiteitspapieren nodig. Deze ben ik in toen in Oestgeest gaan ophalen. Met de trein s morgens vroeg om half vijf. Het adres had ik gememoriseerd, want het was te gevaarlijk om zoiets op te schrijven. Ik kwam pas om elf uur op mijn werk terug. Gelukkig begrepen zij dit wel.

 

Het einde in zicht

Net voor het einde van de oorlog komt de hongerwinter. Terwijl  een deel van Nederland al vrij is, maakte het andere zich op voor de ergste periode uit de geschiedenis. Er breekt een koude en barre periode aan waar nauwelijks voedsel te vinden is. Voor zowel rijk als arm. Maar op 5 mei 1945 is het dan toch zover. Heel Nederland is bevrijd. Het was nauwelijks e geloven. Vooral omdat de laatste Duitsers nog steeds gewoon aanwezig waren en in allerijl probeerden te vertrekken. Toen echter de Amerikanen kwamen werd het duidelijk dat Nederland was bevrijd en overal werd feest gevierd.

 

Mens leert niets

 Aan het einde van dit gesprek kijken we naar de huidige tijd. Met alles wat er sinds 11 september vorig jaar gebeurd is en een steeds verhittere situatie in het Midden Oosten staan we dicht bij een nieuwe Golfoorlog. Hier kijken we dan ook naar aan het einde van dit gesprek. Ik geloof niet dat de mens ooit iets van de oorlog geleerd heeft, anders waren we er inmiddels wel mee gestopt. De enigen die bij een oorlog de dupe zijn, zijn  de inwoners van het land. Zij lijden honger en verliezen hun dierbaren. Ik hoop dan ook niet dat Bush dadelijk Irak aanvalt, want daar komt alleen maar ellende van, Ik ben het niet eens met wat Hussein doet maar oorlog is nooit een oplossing. Over of Nederland moet meedoen aan zon missie is ze heel duidelijk. Nee, want Nederland heeft er helemaal niets mee te maken. Het enige wat we kunnen doen is humanitaire hulp geven.

Copyright Selinde van den Bosch 2004